Branco van Dantzig
Mr. T. H. Wilmink
Het is wellicht interessant om eens iets meer te weten over Branco van Dantzig,
wiens naam -zoals bekend- door B & W Rotterdam is verbonden aan het park
op het terrein van de voormalige wasserij 'Borgh'.
Welnu, Branco van Dantzig werd als joods meisje in 1870 in Harlingen geboren,
doorliep aldaar de jongens -HBS en verbleef vervolgens een jaar in Engeland om Engels te studeren. .
Na terugkomst in Nederland nam zij zanglessen bij Arnold Spoel en studeerde
muziek-theorie bij Willem vanThienen te Delft. Daarna heeft ze zich door
zelfstudie van de toenmalige fonetische literatuur gespecialiseerd op het gebied
van stem en spraak, wetenschappen die tot dan in Nederland (en daarbuiten) vrij
verwaarloosd waren gebleven.
In 1896 vestigde zij zich in Rotterdam als lerares in spreken en solo zang, waarin
zij zich al gauw grote bekendheid verwierf. Voorwaar een meisje met talent, dat
ook precies wist wat ze wilde, hetgeen wordt bevestigd door wat volgde geduren-
de haar veertigjarige loopbaan hier in Rotterdam.
Spraakmoeilijkheden
Al spoedig had Branco van Dantzig contacten met wethouder Drost van
onderwijs en met directeur Verheij van Toonkunst als ook met dokter van
Anrooij, specialist in keel-neus en oorziekten. De belangstelling van Branco van
Dantzig ging vooral uit naar kinderen met spraakmoeilijkheden zoals hakkelen
en stotteren en zij pleitte voor de inrichting van "een verwarmd en verlicht
lokaal, teneinde de opvoeders der jeugd in het hygiënisch spreken te
onderrichten" .
Ze ondervond hierin veel steun van de hierboven genoemde heren en reeds in
1898 werd ze benoemd als lerares aan de Gemeentelijke Vormschool voor
Meisjes, waarmee zij in dienst trad van de Gemeente Rotterdam.
In 1903 volgde de benoeming als lerares spreken aan de Rotterdamse
Kweekschool voor bewaarschoolonderwijzeressen, welke betrekking zij 31 jaar
vervulde. Al spoedig volgden de benoeming tot eenzelfde functie aan de
Kweekschool in 's-Gravenhage, lerares stemvorming en uitspraak aan de
Toneelschool Amsterdam en lerares solozang, solfège en hygiënisch spreken aan
het Rotterdams conservatorium voor Muziek.
Intussen was haar particuliere praktijk zó succesrijk, dat haar hospita zich
beklaagde, "dat zij zo dikwijls de deur moest openen voor leerlingen van
juffrouw van Dantzig", Haar faam verbreidde zich snel, waartoe niet weinig had
Bijgedragen het verschijnen in 1901 van haar 'Phonetische Woordenlijst der
Nederlandse Taal" ,dat een standaardwerk werd voor Noord en Zuid
Nederland(uitgeverij Wolters).
De woordenlijst werd gevolgd door talrijke publicaties van haar hand op het
gebied van de foniatrie en logopedie bij uitgeverij Wolters, in de NRC en zelfs in
het gedenkboek van het 25 jarig regeringsjubileum van Koningin Wilhelmina:
een artikel over Buitengewoon Onderwijs. Ook internationaal kreeg zij door
haar talrijke publicaties in het buitenland grote faam.
Na de eerste wereldoorlog ondernam ze in haar vakanties vele reizen door
Europa als propagandist voor aparte klassen en scholen voor kinderen met
ernstige spraakafwijkingen. Ze deed op fervente wijze en vrijwel altijd in haar
eentje. Boulonge-sur-mer, Jena, Hamburg, Halle, Berlijn. Desondanks werden in
eigen land nog steeds vele bezwaren opgeworpen tegen haar opvattingen.
In 1926 werd Branco van Dantzig gekozen tot lid van het hoofdbestuur van het
'Internationale Gesellschaft Für Logopeadie und Phonoiatrie', in Den Haag. Een
jaar later was ze mede oprichter van de Nederlandse Vereniging voor
Logopeadie en Phoniatrie', waarvan ze penningmeester werd.
Steeds ging haar hart uit naar het spraakgebrekkige kind en in 1928 werd op haar
initiatief de Rotterdamse vereniging voor spraakgebrekkigen gesticht, latere en
huidige Koninklijke Ammanstichting: de kroon op haar levenswerk.
Op haar 65e jaar legde Branco haar functies, behalve die als secretaresse van de
Rotterdamse vereniging neer. Zij werd bij deze gelegenheid benoemd tot ridder
in de orde van Oranje-Nassau.
Onmiddellijk daarna begon ze een goed voorbereide studiereis naar Oostenrijk,
Tjechoslowakije, Hongarije, Polen, Rusland, Zweden en Denemarken en gaf
aldaar in vele steden lezingen en bezocht instituten op haar vakgebied.
Na hiervan uitgebreid verslag te hebben gedaan voor afdelingen in de Haag,
Amsterdam en Rotterdam vestigde ze zich in Amsterdam, om het fonetisch
laboratorium van de Universiteit van Amsterdam haar wetenschappelijke arbeid
verder voort te zetten.
Als secretaresse van de Vereniging in Rotterdam bleef ze hier actief en had
berrlOeienissen met o.a de bouw van twee vertrekken ten behoeve van de
nieuwe centrale polikliniek van de Vereniging voor Spraakgebrekkigen in het te
openen centrale gebouw voor de Volksgezondheid aan de Baan te Rotterdam.
Maar ook internationaal bleef ze actief met publiceren en het houden van
lezingen op internationale congressen.
Het Nazi-regime ten tijde van de tweede wereldoorlog maakt aan dat alles een
einde. Even voor haar twee en zeventigste verjaardag in september 1942 werd ze
's nachts uit haar gezellige flatje weggehaald. Hoe moet zij geleden hebben
gedurende de diep vernederende en onvoorstelbaar gruwzame tocht naar haar
verschrikkelijke einde in Auschwitz, vier dagen na die verjaardag.
De 'Moeder der Nederlandse Logopedie' noemde dr. Hogewind haar. Mede om
haar nagedachtenis als zodanig in ere te houden is haar naam destijds
voorgedragen voor genoemd park. Toepasselijk ook omdat het park
voornamelijk is bestemd voor kinderen waarvoor Branco van Dantzig zich haar hele leven heeft ingezet, de laatste twintig jaar van haar Rotterdamse periode
vlak om de hoek op 's-Gravendijkwal no. 31.
Bovendien heeft deze naamgeving een bijzondere dimensie, immers het park
is omgeven door joodse geschiedenis: het joodse bejaardentehuis en het joodse
ziekenhuis, waarvan de toegangspoort uitkijkt op het park, het joods weeshuis
op de Mathenesserlaan en aan de andere zijde van het park de joodse synagoge in
de Joost van Geelstraat.
Geen van deze gebouwen bestaat meer doch hun geschiedenis wordt levend
gehouden door ter plekke aangebrachte plaquettes.
Op dezelfde wijze vermag het Branco van Dantzig Park de geschiedenis levend
houden van de grote joodse gemeenschap welke 350 jaar in Rotterdam heeft
bestaan en waarvan door de jodenvervolging van de Nazi's tijdens de tweede
wereldoorlog vrijwel abrupt een einde is gekomen. Daarnaast eert Rotterdam met deze naamgeving een inwoonster, die zich door
een levenslange inzet voor het spraakgebrekkige kind op dit gebied wereldfaam
had verworven.
De beknopte geschiedenis van Branco van Dantzig is voor een groot deel
ontleend aan publicaties van de heer Marijn van Dantzig, nabestaande van
Branco en van de heer G.M. Dersjant, oud-leerling van haar.