Geboren
Rotterdam
Adres
Insulindestraat 51 A (Bergpolder)
Vermoord
Auschwitz
Westerbork
-
Gezin
Jaantje den Arend is geboren op 27 augustus 1930 en overleed op 5 augustus 1942 in Auschwitz. Samen met haar ouders woonde ze op de Insulindestraat 51A in Rotterdam, Bergpolder. Haar vader is Izak Simon den Arend. Hij is geboren op 17 september 1903 en overleed op 30 september 1942 in Auschwitz. Haar moeder is Reina den Arend-Wurms. Zij is geboren op 13 augustus 1906 en overleed op 5 augustus 1942 in Auschwitz. Haar vader is 39 jaar geworden en haar moeder is 35 jaar geworden. Jaantje zelf is 11 jaar geworden.
Haar vader en moeder, Izak Simon en Reina, zijn getrouwd op 26 juni 1929 in Rotterdam. De ouders van de bruid waren erbij en natuurlijk ook de ouders van de bruidegom. De moeder van de bruid en dus de oma van Jaantje is Anna Wurms-Neeter. De vader van de bruid en dus de opa van Jaantje is Isaäc Wurms. De moeder van de bruidegom en dus de andere oma van Jaantje is Jaantje van der Sluis. De vader van de bruidegom en dus de andere opa van Jaantje is Barend den Arend.
Familie
Haar moeder had een grote familie. Ze had twee zussen en een broer. Haar moeder is Anna Wurms-Neeter. Zij is de oma van Jaantje en is geboren op 14 oktober 1871 en overleed op 12 februari 1943 in Auschwitz. Ze is 71 jaar geworden en woonde op de Arnhemschestraat 67 in Scheveningen. De vader van Reina, de opa van Jaantje, is Isaäc Wurms.
De twee zussen, de tantes van Jaantje, zijn Dina Flora-Wurms en Estella Kalkoene-Wurms. Dina Flora-Wurms is geboren op 26 juni 1908 en overleed op 5 augustus 1942 in Auschwitz. Ze is 34 jaar geworden en getrouwd met Jacob Flora. Jacob Flora is geboren op 9 april 1908 en overleed op 30 september 1942. Hij is 34 jaar geworden en was van beroep kelner. Dina en Jacob zijn getrouwd op 26 augustus 1925 in Rotterdam. Ze woonden op Heer Arnoldstraat 45 in Rotterdam met hun kinderen Anna, Alexander, Rebecca Christina en Isaac. Anna is geboren op 22 augustus 1929 en overleed op 5 augustus 1942 in Auschwitz. Ze is 12 jaar geworden. Alexander is geboren op 21 september 1925 en overleed op 25 januari 1943 in Auschwitz. Hij is 17 jaar geworden. Rebecca Christina is geboren op 4 juli 1932 en overleed op 5 augustus 1942 in Auschwitz. Ze is 10 jaar geworden. Isaac is geboren op 17 oktober 1927 en overleed op 5 augustus 1942 in Auschwitz. Hij is 14 jaar geworden en was van beroep een huisknecht.
Estella Kalkoene-Wurms is geboren op 17 augustus 1911 en overleed op 5 augustus 1942 in Auschwitz. Ze is 30 jaar geworden en getrouwd met Abraham Kalkoene. Abraham Kalkoene is geboren op 28 februari 1909 en overleed op 30 september 1942 in Auschwitz. Hij is 33 jaar geworden Ze woonden op Agniesestraat 26b in Rotterdam met hun kind Betje Kalkoene. Zij is geboren op 4 februari 1938 en overleed op 5 augustus 1942 in Auschwitz. Ze is 4 jaar geworden.
Reina haar broer, de oom van Jaantje, is Mozes Wurms. Hij is geboren op 15 december 1914 en overleed op 31 maart 1944 in Auschwitz. Hij is 29 jaar geworden en was van beroep kleermaker. Hij woonde op de Adrianalaan 165 in Schiebroek.
Van Izak Simon den Arend zijn zijn vader en zijn moeder bekend, dit zijn de opa en oma van Jaantje. Ik denk dat haar vader ook een broer of een zus heeft gehad, maar dit weet ik niet zeker. Op een aankondiging voor de verjaardag van haar opa staan meerdere kleinkinderen en Jaantje is enig kind. De vader van Jaantje zou dus nog een broer of zus moeten hebben (Zie kopje verhaal, bron aankondiging verjaardag). De vader van Izak Simon, de opa van Jaantje, is Barend den Arend. Hij is geboren op 13 april 1872 en overleed op 15 oktober 1942 in Auschwitz. Hij is 70 jaar geworden en was een zoon van Elias den Arend en Rebekka de Korte. Haar opa was getrouwd met Jaantje van der Sluis, de moeder van Izak Simon en de oma van Jaantje. Nadat Jaantje van der Sluis is overleden, is Barend den Arend hertrouwd met haar zus Truitje van der Sluis. Truitje van der Sluis is geboren op 20 mei 1868 en overleed op 15 oktober 1942 in Auschwitz. Ze is 74 geworden. Jaantje haar opa en ‘stief oma’ woonden samen op de Scheveningschestraat 26b in Rotterdam, Agniesebuurt.
Straat
Het gezin woonde op de Insulindestraat 51A in Rotterdam, Bergpolder. De Insulindestraat is niet getroffen door het bombardement van Rotterdam. De Heer Arnoldstraat waar de tante van Jaantje, Dina, woonde met haar man is ook niet getroffen door het bombardement. De Agniesestraat waar de andere tante van Jaantje, Estella, woonde met haar man is ook niet getroffen door het bombardement. De Scheveningschestraat waar de opa en ‘stief oma’ van Jaantje woonden is ook niet getroffen door het bombardement.
Door de Insulindestraat reed een tram, tramlijn 6. Lijn 6 reed van de Kleiweg naar Spangen. De lijn werd meerdere malen verlengd, namelijk in 1910 en in 1926. In 1930 werd de verlenging naar de Heer Vrankestraat ingekort tot de Insulindestraat. Na 3 jaar werd de lijn helemaal verlegd naar de Abraham Kuyperlaan. Na het bombardement kwam er een nieuwe lijn 6, met de route Schieweg – Parklaan. Op 28 mei 2000 werd lijn 6 opgeheven en gedeeltelijk vervangen door lijn 8.
Kamp
Jaantje kwam aan in Westerbork op 31 juli 1942 en vertrok hier weer op 3 augustus 1942. Kamp Westerbork werd in 1939 gebouwd door de Nederlandse regering om Joodse vluchtelingen uit Duitsland op te vangen. Op 1 juli 1942 werd het kamp overgenomen door de nazi’s. Kamp Westerbork werd een doorgangskamp. In de periode dat Jaantje aankwam in Westerbork was Erich Deppner de kampcommandant. Toen Jaantje met haar vader en moeder aankwam in het kamp werden ze in de grote zaal geregistreerd en ingeschreven in het bevolkingsregister van de gemeente Westerbork. Jaantje, haar vader en haar moeder verbleven slechts enkele dagen in het kamp, dit was dan ook gewoon. In het kamp waren er angsten om op transport te worden gesteld. Jaantje en haar gezin hebben dit allemaal moeten meemaken in de beginperiode, de angst zal dus minder groot zijn geweest. Jaantje en haar gezin zullen minder informatie en kennis hebben gehad over Auschwitz en zo zou hun angst ook minder groot kunnen zijn. Het eerste transport vertrok namelijk op 15 juli 1942 en zij vertrokken op 31 juli 1942. Een dergelijke reis duurde gemiddeld 3 dagen. De bestemming voor Jaantje en haar moeder was Auschwitz II – Birkenau. Haar vader zal terecht zijn gekomen in Auschwitz I of III, dit waren werkkampen.
De trein waarmee het gezin vertrok richting Auschwitz telde 10 wagons, 1013 gedeporteerden van wie 261 kinderen. Het transport vertrok op 3 augustus 1942 uit Westerbork en kwam aan op 5 augustus 1942 in Auschwitz. In het RSHA-transport uit Westerbork zaten 520 mannen en jongens en 493 vrouwen en meisjes. Op het perron, dat zich bevond tussen de kampen Auschwitz en Birkenau, werden de mannen en vrouwen van elkaar gescheiden. Na de selectie werden er 429 mannen en 268 vrouwen als gevangenen tot het kamp toegelaten. Haar vader, Izak Simon, werd als gevangene tot het kamp toegelaten. Dit was niet het geval bij Jaantje en haar moeder, Reina. De overige 316 gedeporteerden werden namelijk vermoord in de gaskamers. De vergassingsruimte was een vierkant hok, waarop ‘Baderaum’ was geschilderd. In de gaskamer zal iemand na drie of vier minuten dood zijn geweest. Was dit niet het geval, werden de bewustelozen verbrand. De vader van Jaantje moest naar het werkkamp en deed hier aan dwangarbeid. Hij zal gehoopt hebben zijn gezin nog terug te kunnen zien, maar dit is er helaas niet meer gebeurd.
De familie van Jaantje, haar moeder en Jaantje zelf zijn op dezelfde dag overleden in Auschwitz. Jaantje en haar moeder Reina zijn overleden op 5 augustus 1942 in Auschwitz. Jaantje haar tante, Dina, en haar kinderen Anna, Rebecca Christina en Isaac zijn ook overleden op 5 augustus 1942 in Auschwitz. Ook de andere tante van Jaantje, Estella, en haar kind Betje zijn overleden op 5 augustus 1942 in Auschwitz. De kans is groot dat de familie in hetzelfde transport richting Auschwitz zat en dat ze tegelijkertijd in de gaskamers terecht zijn gekomen
Joyce den Ouden, Dalton Lyceum Barendrecht, VWO 5